02-03-2018

Intervisie

INTERVISIE
wordt door Professionals veel gebruikt als methode om te leren ván anderen en mét anderen.

Doel van intervisie.

Het doel van intervisie is om jezelf als instrument goed te onderhouden/aan te scherpen. Met intervisie kun je gebruik maken van elkaars ervaringen om je persoonlijke professionele beroepshouding verder te ontwikkelen. Als mediator zul je inzicht krijgen in jouw manier van werken, leren en reageren. Dat kan als je samen met anderen stilstaat bij de onderwerpen die worden ingebracht. Bij het inbrengen van een specifieke situatie is het niet belangrijk of dit aangemerkt wordt als "goed" of "fout". Juist het kijken naar hoe de situatie anders aangepakt had kunnen worden kan verhelderend werken. De ervaringen van anderen kunnen je aan het denken zetten. Gedrag wordt bepaald door wat je voelt, denkt en wilt. (Integratiedriehoek) Immers zijn we geen van allen gelijk.

Veelal is het effectief om met een begeleider te werken. De begeleider kan extern gevraagd worden of kan vanuit de groep aangewezen worden. Indien gewenst kan per keer een andere begeleider de intervisie leiden. Als de werkinbreng van de begeleider wordt behandeld zal een andere deelnemer de begeleiding over kunnen nemen.

Welke competenties heb je nodig om deel te nemen aan intervisie:
Reflectie op eigen handelen.
" De deelnemer ontwikkelt het vermogen om in te zien dat werkvragen te maken hebben met de organisatie, collega's, taakstellingen, maar ook met gedrag en gedragspatronen van henzelf. Leert zich te verplaatsen in de specifieke werkvragen van de andere deelnemers.

Probleemoplossend vermogen.
" De deelnemer leert het probleem vanuit verschillende invalshoeken te bevragen en te analyseren.

Communicatieve vaardigheden.
" De deelnemer ontwikkelt communicatieve vaardigheden als luisteren, laten uitspreken,
samenvatten, feedback geven. Leert te leren.

Vertrouwen.
" De vertrouwensrelatie in de intervisiegroep en de relatieve rust van het gesprek zijn een basis om nieuw gedrag te ontdekken en te oefenen, binnen en buiten de groep.

Competenties van de begeleider.
Naast bovengenoemde competenties van de deelnemer wordt van een begeleider ook gevraagd dat deze materiedeskundig is en in staat is het proces adequaat te leiden.

Hieronder wordt een basismodel beschreven. Voor intervisie kun je met diverse (15) modellen en werkvormen werken. Zowel voor startende groepen als ervaren intervisiegroepen.

Basisstructuur intervisie

  1. Fase van de probleeminventarisatie. (ongeveer 15 minuten)
    De bijeenkomst wordt gestart met een rondje "landen". Storingen hebben altijd voorrang, waarmee bedoeld wordt dat dringende zaken eerst besproken worden. Ook wat de uitwerking van de vorige bijeenkomst is geweest. De leden van de intervisiegroep brengen vervolgens hun werkinbreng naar voren. Liefst kort en helder geformuleerd in max. 5 zinnen. De groep maakt een keuze van het te behandelen onderwerp.

  2. Analysefase (30 minuten)
    De groep stelt informatieve vragen. Stel nooit suggestieve, interpreterende of gesloten vragen. Dit brengt de inbrenger in verwarring. Tenzij de oefening juist gebruik maakt van dit soort vragen, dat staat bij de betrokken oefeningen speciaal aangegeven.

  3. Bewustwordingsfase (10 minuten)
    Een grondige analyse brengt de probleem inbrenger vaak tot een herformulering van het issue waarbij meestal het eigen aandeel in de casus geformuleerd wordt. Ook kan het zijn dat een dieper liggend issue naar voren komt. (Voorbeeld: dat ik steeds woorden met mijn chef heb komt eigenlijk omdat ik een andere baan wil) Begin de herformulering altijd met... Ik...

  4. Adviesfase (20 minuten)
    Alle groepsleden geven een advies ten aanzien van het op te lossen probleem. Het is aan de inbrenger zelf te kiezen voor welke oplossing hij of zij gaat. Uit de adviezen kan ook een eigen perspectief groeien. Adviezen hoeven niet altijd tot een directe oplossing te leiden, maar kunnen ook stof geven om te reflecteren over de achterliggende oorzaken. Sluit deze fase af met een actieplan.

  5. Bespreking van het groepsthema.
    Vaak blijkt dat het besproken probleem raakt aan vragen waar de andere deelnemers ook mee worstelen of geworsteld hebben. Iedereen heeft wel een ervaring op het punt van hetgeen is ingebracht en heeft dat in de vorm van een advies tot uiting gebracht. De groep bespreekt nu gezamenlijke ervaringen en eerder beproefde oplossingen, waardoor de betrokkenheid van eenieder bij het onderwerp vergroot wordt.

  6. Evaluatie.
    De intervisiegroep evalueert de werkwijze, het resultaat, en maakt de afspraken voor de volgende bijeenkomst. Veelal begint men de volgende intervisie met een terugblik op het besproken onderwerp.






Service